Nadat we gisteren om half 10 aankwamen in Thorshavn duurde het nog wel een uur voordat we van boord waren. Gelukkig was het hotel 100 meter verderop, maar we gingen toch pas tegen middernacht slapen. Maar de bedden zijn goed en zo stonden we vanmorgen toch wel uitgeslapen op. Na een stevig ontbijt zijn we op pad gegaan om dit land wat nog heel authentiek is te gaan verkennen. Ik zeg land, maar het is een verzameling eilanden waarvan het belangrijkste Streymoy heet met als hoofdstad Thorshavn waar wij verblijven. In de stad zelf vallen de houten huizen met gras op het dak onmiddellijk op. Wat bij ons als energie besparend wordt gezien, wordt hier al eeuwen toegepast. We rijden noordwaarts en zien dat het eiland groen is, met willekeurig daartussen gestrooid grote stenen en schapen. We rijden langs fjorden waaraan kleine dorpjes liggen met huizen en kerkjes in alle kleuren. In de haventjes vind je de onvermijdelijke vissersbootjes. We stappen uit in het plaatsje Saksun, gelegen aan een voormalige natuurlijke zeehaven, maar nu is zij dichtgeslibt met zand. Het wit stenen kerkje is uniek en het geheel is al diverse keren als filmlocatie gebruikt. Hierna gaan we naar het eiland Eysturoy waar de kleine plaatjes Eidi, Gjogv en Oydanfjordur al even schilderachtig zijn gelegen als hun naam doet vermoeden. Vooral in Gjogv met haar natuurlijke haven is het goed toeven in het inmiddels verschenen zonnetje. Tegen het eind van de middag rijden we via de hoog gelegen weg terug naar Thorshavn, waar we na het diner nog een wandeling door de haven maken. Om 11 uur 's-avonds is het nog volop licht.